maandag 5 december 2011

Samenvatting Crossmediaal H4: Social Media

Samenvatting Crossmediaal H4: Social Media

Belangrijkste kenmerk nieuw mediatijdperk => consument centraal
Consument niet langer passief met media maar draagt zelf bij en participeert (cocreation e.d.)
Wisdom of crowds= mediawereld gebruikt participerende, dominante rol consument als onderdeel mediastrategie

Participatiecultuur= mensen die interactief deelnemen aan allerlei activiteiten.

Theorie Jenkins: Gaat uit van vervagen grenzen tussen productie en consumptie en veranderen van machtverhouding prosucent en consument. Consumenten gaan actief deelnemen aan de creatie, circulatie en interpretatie van media. Consument heeft controle overgenomen in medialandschap waardoor informatiestroom is veranderd. Voorheen vrij statisch.

Theorie Raessens (filosoof): onderscheidt 3 kenmerken voor mate participatie:
- Interpretatie: wisdom of crowds
- Reconfiguratie: user generated content
- Constructie: cocreatie

Interpretatie: Publiek is actief betrokken bij betekenisbepaling van een cultuuruiting. Dit wil zeggen dat de betekenis van een bepaald concept met bepaalde doelen anders geinterpreteerd kon worden dan bedoeld was.
Reconfiguratie: gebruiker heeft mogelijkheid om een bepaalde omgeving op actieve wijze vorm te geven of te configureren door te selecteren uit keuzemogelijkheden. Bijvoorbeeld:
- Een weblog configureren, het ontwerp aanpassen, vrienden uitnodigen of volgorde wijzigingen enz.
- Je Hyves-pagina aan persoonlijke smaak aanpassen, vrienden uitnodigen, groepen maken enz.
- Video’s op Youtube zetten
- Enz.
Constructie: Toevoegen van nieuwe elementen door bijvoorbeeld zelf applicaties te maken of door bestaande applicaties te modificeren.

Generatie C= consument binnen participatiecultuur. Groep mensen die ongeacht hun leeftijd (meestal jongeren) informatie op het internet zetten en privacy soms nauwelijks belangrijk vinden. Mens als sociaal wezen deelt namelijk graag ervaringen en info met anderen. Mensen die deel uitmaken van Generatie C zijn toekomstige consumenten die zich actief op internet presenteren, controle hebben en content genereren. Generatie C is een duidelijke verwijzing naar de user generated content die alsmaar op het web toeneemt.

Generatie C belangrijk voor effect crossmediaconcepten. Komt vooral door laagdrempeligheid voor delen en beschikbaar stellen van content. Iemand van Generatie C kan boodschappen configureren (USG) en construeren (cocreatie) en delen met vrienden enz.

Contact maken met consument door te luisteren, tijd van zenden lijkt voorbij.
Sleutelwoorden social media: samenwerken en informatie delen.
Social media zorgt voor interactie,tweerichtingsverkeer.
Social media zijn van groot belang in huidige participatiecultuur en mede bepaledn voor succes en acceptatie crossmediaconcepten.
4 aspecten social media:
Multimedialitiet van social media= betrekking op combinatie woord,beeld en geluid. Nieuwe media vormen combinaties van digitale verschijningsvormen van oude media zoals drukwerk, radio en televisie. Houdt in dat meerdere mediaboodschappen tegelijk worden uitgezonden in wisselwerking.

Virtualiteit van social media= mogelijkheid om virtuele werelden te simuleren. Virtual reality is gericht op creeren denkbeeldige wereld. (second life)

Interactiviteit van social media= mate waarin gebruikers a la minute kunnen meewerken aan veranderen van vorm en inhoud tussen van een door tussenpersoon gestuurde omgeving.
Dus: mate waarin consument controle heeft over informatie- en communicatiestromen.

Connectiviteit van social media= verschillende mediagebruikers en hun technologische hulpmiddelen met elkaar verbonden zijn. Computer met telefoon of iPod. Slaat ook op gebruikers: social networks waar content, ideen en kennis worden gedeeld.

Intermedialiteit van social media= bepaalde wisselwerking bij social media.
Concept dat wordt gebruikt om verschillende mogelijke relaties tussen media te duiden.
Kattenbelt: staat voor wisselwerking tussen verbeeldingsprincipes van 2 of meer media, waardoor nieuwe verbeeldingsprincipes ontstaan. (Mash-Up)
Wanneer intermedialiteit word toegepast op social media is duidelijk dat de mogelijkheid nieuwe technologieen aan elkaar te koppelen van groot belang is. (interconnectedness)

4 verschillende social networks:
- Vriendensites (Facebook, Hyves)
- Zakelijke sites (LinkedIn)
- Sites die mensen met gemeenschappelijk interessepatroon vebrinden (Ning)
- Community’s voor bedrijven.

Honinggraatmodel: 7 bouwstenen social web:
- Identiteit: Mensen hebben een identiteit en kunnen elkaar binnen een systeem identificeren
- Aanwezigheid: manier om te weten wie er online is, beschikbaar of in de buurt
- Relaties: Beschrijving van hoe mensen aan elkaar regelateerd zijn (collega’s, sport etc.)
- Conversaties: hoe je met elkaar praat via een systeem
- Groepen: groepen binnen een internetcommunity
- Reputatie: de status (betrouwbaarheid,kennis) van een persoon
- Delen: dingen delen de voor betrokkene belangrijk zijn (foto’s,video’s,info)

Verschillende soorten weblogs:
- Persoonlijke weblogs: concentreren op passie of hobby
- Specialinterest- of bedrijfsweblogs: dekken een breed gebied van actualiteiten en onthullingen (GeenStijl etc)
- Gesponsorde weblogs door publicaties: NRC handelsblad en televisieomroepen voegen blogs aan websites toe
- Corporte weblog: geschreven door medewerker(s) bedrijf over bedrijf of vakgebied.
- Weblogs als communicatie- of kennismanagementtool: binnen bedrijven en (onderwijs)instellingen voor projecten, samenwerking, kennisuitwisseling, teambuilding etc.
- Microblogs: korte updates maximaal 140 tekens (Twitter)




4 verschillende Mash- Ups:
- Combineren:verschillende typen gegevens worden met elkaar gecombineerd
- Verzamelen: gegevens uit verschillende bronnen worden samengevoegd tot een grote lijst.
- Zoeken: er wordt im verschillende websites gezocht om een specifiek element te kunnen vergelijken. Vaak gaat het om vergelijkkingssites.
- Aggregeren: gegevens uit een aantal bronnen worden bij elkaar gevoegd, soms gecombineerd met een filter. Verschil met verzamelmash-up is dat gegevens meestal gestandaardiseerd zijn.

Widgets/gadget die specifiek een merknaam of campagne ondersteuenen hebben volgende eigenschappen:
1. Ze laten gebruikers hun merkbeleving aanpassen
2. Ze vormen verlengstuk van totale campagne door:
- aandacht te vestigen op bepaalde gebeurtenis in campagne
- dagelijks nieuwe info te leveren
- met een speciefieke widget de eerste zijn.

12 principals of civilazation
1. Doel: sprake van gezamenlijk doel of belang.
2. Identiteit: belangrijk om te weten wie iedereen is, op die manier kan men zich met elkaar identificeren en bepalen of iemand betrouwbaar is.
3. Reputatie: wat mensen doen bepaalt status en dus betrouwbaarheid en kennisniveau.
4. Beleid: iemands gedrag wordt bepaals door vastgestelde normen en waarden.
5. Communicatie: leden van internetcommunity moeten info en ideeen kunnen delen.
6. Groepsvorming: belangrijk om subgroepen te kunnen vormen, met groepsidentiteit, bepaalde regels en privileges.
7. Omgeving: succes van website hangt af van mate van relevantie, gebruiksvriendelijkheid en consistentie, zowel qua inhoud als stijl.
8. Grenzen: er moeten duidelijk zijn wie wel en wie niet lid kan worden van bepaalde internetcommunity
9. Vertrouwen: gebruikers moeten betrouwbaarheid kunnen inschatten van medeleden en producenten/bouwers site
10. Uitwisseling: belangrijk dat mensen kennis, ondersteuning, goederen, diensten en ideeen met elkaar kunnen uitwisselen.
11. Uitdrukking: iedere groep heeft bepaalde identiteit die zich uit in hoe mensen met elkaar communiceren en hoe ze zich voelen.
12. Geschiedenis: we moeten in het verleden kunnen duiken. Bv door archief op te bouwen van UGC

Webgeneraties:
Web 1.0: (1990- 2000) statisch, voornaamste doel informatieverstrekking
Web 2.0: (2000- 2010) UGC en taggen zijn groots. Naast informatie ontvangen ook informatie geven. Grote multimedialiteit, virtualiteit en connectiviteit.
Web 3.0: (2010-.. )semantische web= geeft betekenis aan alles dat te vinden is op internet. ideale vorm van crossmedia. Doel is computers te laten begrijpen wat er op pagina staat en linken te kunnen leggen op ene pagina en willekeurige andere pagin aop het web. Volgende stap in participatiecultuur

Geen opmerkingen:

Een reactie posten